Schrijver Dichter Columnist

Aardbeien

Ieder jaar bezoek ik de oranjebraderie in Brunssum. Waarom? Het is dicht bij mij in de buurt, de drukte valt meestal mee en ik ben geboren in Brunssum. Trouwens ook getogen tot mijn drieëntwintigste jaar. Dan zou je toch denken dat je wel eens iemand tegenkomt die je kent of die jou kent. Nooit dus. Mijn vroegere vrienden lijken opgelost, of zijn ze jong overleden? Brunssum ontvlucht misschien? Brunssum is in Limburg één van de gemeenten met het laagste gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking. Ook is er sprake van krimp. Veel rollators, scootmobielen en vergrijzing. Maakt armoede lelijk? Meer zeg ik niet, het is maar een vraag, niet boos worden Brunssummers.

Ieder jaar koop ik op de oranjebraderie voor het eerst aardbeien. De eerste kraam vroeg voor drie doosjes van 250 gram vijf euro. Dat kan goedkoper dacht ik. Een eind verderop was een groentewinkel met buitenuitstalling, twee doosjes van 250 gram voor drie euro. Achter de kistjes met aardbeien stond een mevrouw met een hoofddoekje, die mij de aardbeien op opdringerige wijze wilde verkopen. Zie ik er zo onnozel uit? Ik dacht, wacht even, we zijn hier niet in Turkije. Op het einde van de braderie stond nog een kraam met twee doosjes van 250 gram voor vier euro. Verdorie dat is nog duurder, maar teruglopen naar de eerste kraam, dat leek mij geen goed idee. Dan maar voor de eerste keer geen aardbeien.

Ben ik arm? Neen dat niet. Ben ik zuinig? Ja, dat wel. Is daar een reden voor? Neen dat niet. Wel zal ik nooit de uitspraak vergeten van een kennis die miljonair is, hij zei: “Zij die het hebben, hebben het niet van het uitgeven”. Daar hou ik mij dus maar aan vast en tevreden nam ik plaats op een terrasje. Voor ik naar huis ging moest ik vier biertjes afrekenen, acht euro.

Martin Wings