Schrijver Dichter Columnist

Kaartje

Bij het station van M stond een lange rij mensen die een kaartje voor de trein naar Barcelona wilden kopen. De moed zonk in mijn schoenen, ik sta niet graag in een rij en dit is een understatement. Al op de kleuterschool stond ik niet graag in een rij. Voor de jongere lezers, een kleuterschool was een meestal door nonnen gedreven instituut, dat nu groep een en twee van de basisschool genoemd wordt. Daar is mijn weerzin voor scholen, regeltjes en bepaalde mensen ontstaan, hoewel ik later zelf nog les heb gegeven. Vanwege de rijen mensen bezoek ik ook geen pretparken. Ik kan niet in een rij staan en ik pas niet in een groep. Ja, zo heeft iedereen wel wat en ik ben niet van plan om me daarvoor te laten behandelen. Voorlopig ging ik maar op een bank zitten, totdat de rij zou zijn opgelost. Dat gebeurde niet. De ene trein kwam, de andere ging, uiteindelijk zag ik in, dat ik niet aan de rij kon ontkomen. Was ik nu maar meteen in de rij gaan staan, dan zat ik nu al in de trein.

Wat is nu simpeler dan te zeggen: “Twee Barcelona retour”. Of in het Spaans: “Dos Barcelona por favor, ida y vuelta”. Toch heerste er aan het loket een Babylonische spraakverwarring. De Spaanse spoorwegen hadden besloten dat één loketjuffrouw voldoende was. Dat was het duidelijk niet! Een ronde kleine Italiaan was blij dat hij eindelijk aan de beurt was en dat zou iedereen in de rij, weten ook. Hij liet een eindeloze stroom Italiaans los op de loketjuffrouw. Deze antwoordde met een hoos, een waterval aan Spaans of Catalaans. Nu weet ik niet of Spanjaarden en Italianen elkaar verstaan. Voor hetzelfde geld had de Italiaan het over zijn kleinkinderen en de Spaanse juffrouw het over haar recent verloren grote liefde. Toch kreeg de Italiaan op een gegeven moment zijn kaartjes. Wel kwam hij nog een keer terug om iets te vragen wat hij blijkbaar vergeten was. Ook ik kreeg uiteindelijk mijn kaartje. Op deze manier duurt een treinreisje naar Barcelona wel erg lang, maar ik heb mij niet verveeld.

Martin Wings