Schrijver Dichter Columnist

Rare man

Wat doet die man eigenlijk ’s avonds? Niets, helemaal niets. Goed, hij heeft dan wel televisie. Neen, wel kleur natuurlijk. Wie heeft er nu nog zwart-wit? Zijn toestel is wel al minstens vijftien jaar oud. Maar ik geloof niet dat hij veel kijkt, soms van die rare VPRO programma’s. Of van die Franse films waar alleen maar in gepraat wordt. Geen actie, daar moet hij niets van hebben en zeker ’s avonds niet. Zeker kan hij een breedbeeld televisie kopen als hij dat zou willen, die man barst van het geld. Logisch hij geeft niets uit. Ook de boeken die hij leest, van die rare boeken die niemand leest. Hoe hij er aan komt? Joost mag het weten. Neen, hij krijgt nooit visite, hij zit daar maar wat, hij wil met rust gelaten worden en hij verdomd het om de telefoon op te pakken. Die telefoon kon hij evengoed niet hebben. Omdat hij niet oppakt zijn de mensen nu zo ver, dat ze hem ook niet meer bellen. Ben je gek, hij gaat niet vroeg naar bed, als ik diep in de nacht naar huis fiets, zie ik hem nog in dat kamertje zitten. Neen, dat snap ik ook niet, vooral omdat hij al zo vroeg op moet. Al om vijf uur ’s morgens gaat hij naar zijn loods om zijn vrachtauto met fruit te beladen. Dan naar de markt, het opbouwen van zijn stand kost ook veel tijd, vooral ook, omdat daar over na gedacht wordt. Zoals hij over alles veel te lang na denkt.

Toch moet je eens naar een markt gaan, waar hij staat. En dan moet hij jou niet kunnen zien, je moet je een beetje verdekt opstellen. Je ziet dan een héél ander mens. Hij is vrolijk. Hij lacht. Hij heeft praatjes. Hij knipoogt naar vrouwen en maakt hen aan het lachen, zodat die wijven bij hem kopen alsof het allemaal niets kost. Een heel ander mens, als je niet beter wist zou je zeggen: wat een charmeur, wat een man van de wereld. Vrouwen zijn gek op hem, ze vallen met bosjes voor hem. Maar hij, hij zit liever iedere avond alleen, in zijn muffe huis. Ik wilde eens koffie bij hem gaan drinken en belde op een avond bij hem aan. Ik had mij speciaal voor die gelegenheid mooi gemaakt, ik had een cake gekocht en meegenomen. Wat dacht je? Dat ik over de drempel kwam? Vergeet het maar! Weet je wat hij zei? `Ik heb nu geen tijd, ik moet naar een vriendin.’ Stond ik daar, als Kaat…met de korte achternaam, met mijn cakeje in mijn hand. Zo een man is dat nou. Hij heeft helemaal geen vriendin! Raar hoor.

Martin Wings