Op een mooie Pinksterdag

We hadden soep besteld. Maar het jonge serveerstertje, duidelijk een studente in haar eerste bijbaantje, bracht twee garnalencocktails. Ik was er bijna zeker van dat, aan een ander tafeltje in het restaurant, nu twee borden soep werden neergezet bij mensen die garnalencocktails besteld hadden. Hoe het ook zij, die dag had ik mij voorgenomen alles op te eten wat mij werd voorgezet, dus ook die niet bestelde garnalencocktail. Ook tafelgenootje C was verbaasd, maar at ook haar cocktail op. Na een tijdje kregen we toch nog de bestelde soep, onze serveerster vroeg of de garnalencocktail gesmaakt had. Dat was het geval.

Achter ons, aan aaneengeschoven tafels, zat een groter gezelschap van ongeveer twintig personen. Ze spraken op gedempte toon, ja bijna alsof ze een begrafenismaal aten. Jammer, ik luister graag naar gesprekken van andere mensen, één van mijn afwijkingen. Later bleek dat hun samenzijn toch een feestelijk karakter had. Een meisje in een ouwelijk stijf wit jurkje, dat haar eerste communie had gedaan, bleek het middelpunt van hun feestje te zijn. Zelden een suffer gezelschap gezien, maar wel een beschaafd gezelschap. Ondertussen werd het hoofdgerecht naar ons tafeltje gebracht, varkensgebraad met groentjes, zoals ze in België zeggen, met frietjes. Ik vroeg aan ons serveerstertje of ze wat mayonaise kon brengen. Ze zei ja, maar bracht die mayonaise niet. Een extra garnalencocktail was zeker wel genoeg, of zou de mayonaise aan een ander tafeltje terecht zijn gekomen?

Na het eten besloten we om een wandeling te maken rond het grote zwemmeer, waaraan het restaurant lag. Omdat het daar te fris voor was, waren er geen zwemmers in het water. We waren niet de enige wandelaars. We kwamen onder meer een groep donker getinte mannen tegen, die nogal verveeld uit hun ogen keken. C opperde dat er waarschijnlijk een asielzoekerscentrum in de buurt lag. Vanaf de overkant van het water hoorden we de weemoedige klanken van een bongospeler. Klanken die op een of andere manier in het geheel niet detoneerden in deze natuurlijke omgeving. Veel wandelaars hadden hun hond meegenomen en nu leerde ik een kant van C kennen die ik niet eerder vermoed had. Naar iedere hond liep zij toe, aaide het dier en kroelde het door de haren. Door geen enkele hond werd zij agressief benaderd, ook niet door vervaarlijk uitziende kolossen. Integendeel, enkele van die dieren gooiden zich spontaan op hun rug maar de meeste reageerden door hartstochtelijk met hun staart te kwispelen.

We kwamen nog voorbij een paintball-club, waar mannen soldaatje speelden. Ach ja, over detoneren gesproken. Terug bij het terras van het restaurant scheen het zonnetje en gingen er enkele abdijbiertjes vlot in. Het was een mooie dag, was het maar altijd Pinksteren.

Martin Wings

Maak jouw eigen website met JouwWeb